Vachtverzorging

De vacht

De vacht bestaat uit een wollige onderwol en iets langere dekharen. Kenmerkend is dat als de onderwol gaat wisselen, deze in relatief hoogtempo los laat. Dit zijn de welbekende ‘plukken’ die we zien en kennen van bijvoorbeeld de Duitse Herder. Om te voorkomen dat de huid kaal word beginnen de dekharen met los laten tot de onderwol volledig is ingegroeid. Deze beide ruiperioden – van onderwol en dekharen – zorgt voor heel veel haar in huis.

 

Sommige rassen van deze vachtsoort kunnen na castratie veel onderwol produceren. Bij deze vachten heet de behandeling ontwollen, want de onderwol wordt er op een professionele manier uitgehaald. Dit gebeurt meestal 2x per jaar, meestel in het voorjaar en het najaar. Na de behandeling zult u zien dat uw hond weer glanst en u veel minder last van de losse haren in uw huis vindt.

 

Ontwollen
Ontwollen doen we bij de stokharige vacht. Dit zien we vooral terug bij de Duitse Herder, Husky’s en andere wolfachtigen.

 

Plukken
Dit doen we bij ruwharige honden zoals bijvoorbeeld de Cairn Terriër en Fox Terriër. Met het plukken tot de onderwol moet een hond wel beschikken over een goede onderwol, na het plukken blijft de korte onderlaag namelijk over en die moet wel zijn hele lijf bedekken en beschermen.

Plukken gebeurt om de 6 maanden.

 

Strippen
Bij een stripvacht heb je naast de onderwol, twee lagen dekharen. Bij een stripvacht pluk je per keer de halve vacht eruit. Met het plukken van een stripvacht – welke veel honden al van nature hebben – halen wij gelijkmatig over de hele vacht de helft eruit. Terwijl de ene helft trimrijp is, groeit de andere helft in en krijg je een ritme (waardoor dus ook de twee lagen ontstaan). De hond heeft dus altijd dekharen boven zijn onderwol.

Strippen gebeurt 4 maal per jaar.